ONDERHOUD en RENOVATIE

Vakinformatie voor schilders, decorateurs en woonspeciaalzaken

VUILE ONDERGROND OPFRISSEN IN ÉÉN LAAG DANKZIJ RENOVATIEVERF

HOE DE GESCHIKTE RENOVATIEVERF KIEZEN?

Het is niet eenvoudig om een eenduidige definitie te geven van wat een renovatieverf precies is. Elke verf wordt namelijk anders samengesteld, heeft zo een bepaalde specialiteit en leent zich voor een bepaalde toepassing. Het is m.a.w. niet altijd eenvoudig te weten welke verf er gebruikt moet worden. Hoe kiest men de juiste verf wanneer een ruimte gerenoveerd moet worden? Waarop moet men letten bij het aanbrengen van die renovatieverf? We proberen de belangrijkste eigenschappen van zo’n verf op te sommen en duidelijk te maken wanneer en waarom er voor een renovatieverf gekozen moet worden.

Wanneer het bij verven aankomt op een renovatie, gaat het vaak eerder over het opfrissen van ruimtes die reeds geschilderd werden. Aangezien het om het renoveren van een ruimte gaat, moet steeds gekeken worden naar wat de toestand is van de ruimte die een nieuwe laag verf moet krijgen. Elke renovatie heeft met andere woorden unieke eigenschappen, waardoor het best geval per geval bekeken wordt welke renovatieverf er precies gebruikt moet worden. Het gebruik van een renovatieverf is met andere woorden erg situationeel waarbij het best met de volgende factoren rekening gehouden wordt:

Kijk steeds naar de toestand van de te renoveren ruimte, 
want elke situatie is uniek

Een belangrijk doel van een renovatieverf is om met zo weinig mogelijk inspanning opnieuw een proper en mooi resultaat af te leveren. Het is wel zo dat een renovatieverf, dankzij haar samenstelling, in de meeste gevallen gebruikt kan worden. Zo kan men met een renovatieverf dezelfde opbouw bekomen als die van een klassieke verf, maar niet omgekeerd. Om een goede verwerkbaarheid te bekomen, beschikt een renovatieverf over enkele specifieke karakteristieken.

Bij ideale omstandigheden is er weinig tot geen voorbereiding nodig en kan de ondergrond vaak rechtstreeks, met één laag renovatieverf, opgefrist worden. Zeker wanneer het gaat om eenvoudige vlekken of vuiligheid van bijvoorbeeld vuile handen. In sommige gevallen is het echter nodig de ondergrond voor te bereiden. Qua uitvoering of manier van werken verandert er weinig in vergelijking met het klassieke schilderen. De meeste renovatieverven zijn geschikt voor alle ondergronden, tenzij anders gespecificeerd op de technische fiche.

TWEE SOORTEN RENOVATIE

Renovaties kunnen, op het vlak van verven, opgedeeld worden in twee categorieën. Er zijn de beroepsgerichte renovaties binnen de b2b-wereld. Daarbij gaat het vaak over burelen, bedrijven en grote projecten die gerenoveerd moeten worden. Ten tweede zijn er dan de particuliere renovaties van woningen. Het is belangrijk om bij de keuze van de verf rekening te houden met het soort renovatie. Zo moet er bij een particulier project meestal gebruikgemaakt worden van meerdere producten en soorten verf. Zo moet er in een badkamer met andere producten gewerkt worden dan in een slaapkamer, bijvoorbeeld. Bij beroepsgerichte renovaties kiest men dan weer voor een product met een hogere dekkracht, zodat alles met één product, en in sommige gevallen met één laag, gerenoveerd kan worden.

KLANTENSEGMENT

Daarnaast is het belangrijk dat de professionele schilder bij zijn productkeuze rekening houdt met het klantensegment waarvoor hij werkt. Het zou niet mogen gebeuren dat een schilder enkel met topproducten werkt en die dan in grote projecten gebruikt, waar er eigenlijk rekening gehouden moet worden met het budget. Ook omgekeerd kan het niet dat er enkel met goedkopere producten wordt gewerkt, aangezien er bij particuliere klanten vaak andere verwachtingen zijn en specifieke vereisten zijn, afhankelijk van de ruimte en het beschikbare budget. Als de schilder zijn productkeuze aanpast aan zijn klantensegment, het beschikbare budget, maar ook productkennis toont en reeds bij zijn offerte vermeldt welke producten hij zal gebruiken, kan hij zijn geloofwaardigheid en professionaliteit verhogen.

VERWACHTINGEN

Het spreekt voor zich dat er binnen elke soort renovatie en voor elk soort klantensegment ook nog eens aparte en unieke verwachtingen bestaan. Het is met andere woorden belangrijk dat de schilder met de architect of de klant overlegt over eisen waaraan de verf en het eindresultaat moeten voldoen alvorens de geschikte renovatieverf te kiezen.

OMSTANDIGHEDEN

Zoals bij elk verfproject, renovatie of niet, moet er rekening gehouden worden met de omstandigheden waarin er geschilderd wordt. Denk daarbij vooral aan de temperatuur, vochtigheid, verluchtingsmogelijkheden en hoeveelheid zonlicht. Zo verloopt de droging van verf trager onder de 10 °C en kennen watergedragen verven onder de 5 °C geen normale filmvorming. Indien de temperatuur boven de 20 °C ligt, dan zal de droging sneller verlopen en wordt de verwerking van de verf moeilijker. Bij een te lage luchtvochtigheid (<35%) zal de verf sneller drogen en bij een te hoge luchtvochtigheid (>80%) zullen watergedragen verven trager drogen.

ONDERGROND

Ten slotte is er nog een belangrijke factor: de staat van de ondergrond die gerenoveerd moet worden. Die zal namelijk bepalen hoeveel en welke voorbereiding nodig is, hoeveel lagen verf er aangebracht moeten worden, welke verf gebruikt moet worden, welke problemen opgelost moeten worden etc. Zo zal er op een ondergrond waarop, bv., wateroplosbare vlekken, nicotine, roet etc. aanwezig zijn, op een correcte manier voorbereid moeten worden of de juiste verf gebruikt moeten worden, die met zulke vlekken om kan. In een kerk waar reeds meerdere lagen op elkaar liggen, bijvoorbeeld, zal een spanningsarme of spanningsvrije verf gebruikt moeten worden. Bekijk dus goed waarop de nieuwe verffilm aangebracht moet worden. Wanneer bovenstaande factoren grondig bekeken worden voor het geschikte renovatieproduct gekozen wordt, kan er zowel tijd als geld bespaard worden en kan er zo snel een mooi afgewerkt eindresultaat bekomen worden.

WAT IS EEN RENOVATIEVERF ?

Een belangrijk doel van een renovatieverf is om met zo weinig mogelijk inspanning opnieuw een proper en mooi resultaat af te leveren. Het is wel zo dat een renovatieverf, dankzij haar samenstelling, in de meeste gevallen gebruikt kan worden. Zo kan men met een renovatieverf dezelfde opbouw bekomen als die van een klassieke verf, maar niet omgekeerd. Om een goede verwerkbaarheid te bekomen, beschikt een renovatieverf over enkele specifieke karakteristieken:

ÉÉN LAAG OF TWEE LAGEN ?

Een belangrijk doel van een renovatieverf is om zo snel en eenvoudig mogelijk een bestaande ondergrond op te frissen. Idealiter gebeurt dat in één laag. Om dat te bereiken, proberen verffabrikanten de dekkracht van een renovatieverf zo hoog mogelijk te krijgen. Ook door de brekingsindexen van de pigmenten, bindmiddelen en vulstoffen voldoende ver uit elkaar te leggen, kan een verhoogde dekkracht bekomen worden, al blijft de verf dan soms doorzichtig tijdens de applicatie (ook wel ‘dry hiding’ genoemd). De dekkracht bij een renovatieverf ligt met andere woorden beduidend hoger dan die bij een klassieke verf. Indien een schilder niet zeker is welke verf gebruikt moet worden, kan er dus op veilig gespeeld worden door een renovatieverf te kiezen, aangezien die een hogere dekkracht heeft.

Hoe lager de glansgraad is, hoe matter de verf zal zijn 
en hoe makkelijker men iets kan camoufleren

GLANSGRAAD

Een tweede belangrijke eigenschap aan een goede renovatieverf is de glansgraad. Het is namelijk zo dat hoe lager de glansgraad is, hoe matter de verf zal zijn en hoe makkelijker men iets kan camoufleren. Al moet er dus rekening gehouden worden met de ruimte waarin geverfd moet worden. Zo zal een extreem matte verf niet van toepassing zijn in een badkamer of een ruimte waar het vochtig is. Een zijdeglans renovatieverf is rijker aan bindmiddel, waardoor alles beter ingekapseld zit en de verf beter tegen vocht of contact met de verflaag kan.

WITHEID

Vervolgens is er de kleur van de renovatieverf. Er kan natuurlijk geopteerd worden voor bepaalde kleuren, die bereikt kunnen worden door bepaalde pigmenten toe te voegen aan de verf. Het is echter zo dat er op de renovatiemarkt van vandaag vaak geopteerd wordt voor zo wit mogelijke verven. Sommige fabrikanten kiezen er dan ook voor hun witte renovatieverven te azureren, waardoor het wit nog witter lijkt. Dat bereiken ze door een klein puntje blauw toe te voegen aan een erg grote hoeveelheid witte verf.

Op de renovatiemarkt van vandaag wordt er vaak 
geopteerd voor zo wit mogelijke verven

Voor het menselijke oog is het moeilijk waar te nemen dat er blauw aanwezig is, waardoor de kleur als witter ervaren wordt. Door de juiste keuze van bindmiddel zijn zulke renovatieverven eveneens niet onderhevig aan of minder gevoelig voor donkervergeling. Ook door gebruik te maken van transparante of witte vulstoffen, kan een zuiverder wit bekomen worden.

OPEN TIJD

Een volgende belangrijke eigenschap is de open tijd van een renovatieverf. Net zoals bij klassieke verven is de open tijd belangrijk om het risico op overlappingen en aanzetten te beperken. Op die manier is het eenvoudiger voor de gebruiker om de verf te verwerken en kan een mooi en strak eindresultaat afgeleverd worden.

WATERGEDRAGEN VS. SOLVENTGEDRAGEN

Net zoals bij de klassieke verven bestaan er binnen de renovatieverven twee soorten verven: de watergedragen en solventgedragen verven. Tegenwoordig wordt er omwille van het milieu en de gezondheid van de gebruiker vooral met watergedragen verven gewerkt. Watergedragen verven kennen ook een snellere droging. Dat zorgt ervoor dat de ruimte sneller opnieuw in gebruik genomen kan worden, maar maakt het verwerken iets minder eenvoudig in vergelijking met een solventgedragen verf qua open tijd. Solventgedragen verven zijn dan weer goed voor het wegwerken van bepaalde vlekken. Stel, bijvoorbeeld, dat de ondergrond wateroplosbare vlekken bevat, dan kan een solventgedragen renovatieverf die vlek toch in één laag camoufleren en isoleren omdat ze geen water bevat en die vlekken dus niet zal activeren. Ook voor erg grote oppervlaktes kan er soms voor een solventgedragen verf gekozen worden omdat die een langere open tijd kent. Of er voor watergedragen of solventgedragen renovatieverf gekozen wordt, hangt af van de omstandigheden en vereisten.

Welke schrobvastheidsklasse de renovatieverf het best heeft, hangt af van de te renoveren locatie

SCHROBVASTHEID

Wanneer het om een locatie gaat waar vaak contact gemaakt wordt met de verflaag, waar de ondergrond vaak gereinigd moet worden of er een hoger risico is op het opglanzen van de ondergrond, moet er gekozen worden voor een verf die over de natte schrobvastheidsklasse 1 (volgens DIN EN 13300 na 28 dagen droging) beschikt. In andere gevallen kan klasse 2 volstaan.

ECOLABEL

Tegenwoordig wordt er meestal verwacht dat een verf over een ecolabel beschikt. Daarbij wordt onder andere gekeken naar de VOC-uitstoot en de Indoor Air Quality (IAQ of binnenlucht klimaat) na 28 dagen droging van de verf. Belangrijk is daarbij na te gaan of dat ecolabel wel voldoet aan de meest actuele geldende criteria. Het ecolabel moet dus een geldigheidsdatum tot december 2022 bevatten. Vraag dus steeds het attest op dat bewijst dat het ecolabel aan de meest recente vereisten voldoet en dus nog geldig is, of controleer de vermelde geldigheidsdatum.

RENOVATIELAKKEN

Lakken zijn moeilijk te vergelijken met renovatieverven, omdat lakken een hogere glansgraad kennen. Zo valt een matte renovatieverf niet te vergelijken met een matte lak op het vlak van glansgraad. Matte lakken kunnen wel als renovatieproduct gebruikt worden, maar dan binnen specifieke omstandigheden en voor specifieke toepassingen. Matte, watergedragen lakken leveren op dat vlak een goede vloei en een strakke afwerking, en hebben een voldoende lage glansgraad.

Deel deze pagina